Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Petrus, Hem tot zich genomen hebbende, begon Hem te bestraffen, zeggende: [23]Heere, [wees] U genadig! dit zal U geenszins geschieden. 23. Of, God zij u genadig, Heere. Dat is, God behoede u daarvoor. Dat zij verre van u.